Mevrouw Drs. D. de Wild
(klassiek archeoloog, historicus)
Wie de oudste Griekse beelden kent, ziet dat de Grieken de kunst van het maken van beelden in ieder geval deels van de Egyptenaren hebben geleerd: de afgebeelde personen staan met het linkerbeen naar voren, de armen hangen langs het lichaam en ze kijken strak voor zich uit. Tijdens de lezing vertelt Diana de Wild hoe de Grieken in de zevende eeuw v.Chr. de Egyptische kunst zo goed hebben leren kennen, dat ze deze konden gaan imiteren. Het zijn overigens niet alleen de Griekse marmeren beelden die getuigen van de invloed van de Egyptische kunst. Ook de Griekse schilderkunst en de kleinkunst tonen de invloed van de Egyptenaren. Kunst om de kunst bestond in deze periode van de oudheid niet. Griekse kunst uit de zevende eeuw v.Chr. heeft net als de Egyptische kunst altijd op de eerste plaats een bepaalde functie en betekenis. Daarnaast moesten de voorwerpen natuurlijk ook aan de toen geldende norm voor schoonheid voldoen. Er dienen zich een aantal vragen aan: in hoeverre verschilde de functie van de Griekse kunst met die van de Egyptische? En kan het verschil een verklaring zijn voor de ontwikkeling die de Griekse kunst al snel doormaakt en ervoor zorgt dat de kunstvoorwerpen er in de loop van de tijd anders uit gaan zien dan de Egyptische voorbeelden? Gedurende de lezing krijgt u ook een antwoord op de vraag wat de Grieken in Egypte deden.
Georganiseerd i.s.m. NKV