Dr. Rolf Strootman
(Docent Oude Geschiedenis, Universiteit Utrecht)
In 331 v.C. stichtte Alexander de Grote de stad Alexandrië. Al heel snel groeide de stad uit tot de belangrijkste haven aan Egyptes mediterrane kust, bevolkt door Grieken, Egyptenaren, Joden, Syriërs en anderen. Hoe verliep die stichting? Verscheidene bronnen doen er verslag van. Wat deze bronnen met elkaar gemeen hebben, is dat ze vooral belang hechten aan religieuze en mythologische zaken. Zo wordt er bijvoorbeeld verteld dat er op de plek van de stichting oude heiligdommen ‘gevonden’ werden, gewijd aan lokale godheden die de Griekse migranten in verband brachten met de homerische helden uit hun eigen cultuur. De fantastische Alexanderroman meldt bovendien dat de bouwwerkzaamheden aanvankelijk gehinderd werden door een duistere draak-slang, die de Grieken Python noemden, maar waarin we dankzij Het Orakel van de Pottenbakker, een Egyptische apocalyptische tekst uit de Hellenistische periode, ook de god Seth kunnen herkennen. Wat hebben al deze mythen met de stadsstichting te maken, en in hoeverre kan de stichting van Alexandrië zélf als een ‘mythische’ gebeurtenis worden beschouwd?