Dr. E. Kaptijn
(post-doctoraal onderzoeker Archeologie Nabije Oosten. Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen)
In deze lezing zal de toehoorder meegenomen worden op een zoektocht naar hoe de bewoners van ed-Dur in staat waren een bestaan op te bouwen in de droge woestijnomgeving van de Verenigde Arabische Emiraten. Tussen 1988 en 1995 is de site ed-Dur opgegraven door een internationaal consortium bestaande uit teams uit België, Denemarken, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk. De site beslaat een groot gebied (1 x 4 km) gelegen aan de lagune van Umm al-Qaiwayn. De aangetroffen resten bestaan uit overblijfselen van bewoning, graven, een tempel en enkele waterputten die gedateerd konden worden tussen de 1ste en 4de eeuw na Chr. De grote hoeveelheid objecten afkomstig uit verafgelegen gebieden zoals het Romeinse rijk, India, Iran, het oostelijk Middellandse Zeegebied en Zuid-Arabië toont dat de bewoners van ed-Dur onderdeel waren van een wijdvertakt handelsnetwerk. Echter, het is de vraag hoe deze grote nederzetting in haar levensbehoefte kon voorzien in dit droge gebied, waar amper neerslag valt en waar akkerbouw onmogelijk is. Binnen het kader van het Belgische BArEO project (zie hieronder) zijn de dierlijke resten die zijn gevonden tijdens de opgravingen opnieuw onderzocht. Zich baserend op deze en andere resultaten zal in de lezing worden onderzocht hoe deze belangrijke nederzetting kon bestaan in dit marginale gebied. Daarnaast zal ook aandacht worden besteed aan andere aspecten van het aangetroffen fauna materiaal, zoals het fenomeen dat kamelen geofferd en begraven werden samen met menselijke begravingen, opdat de overledene het dier zou kunnen gebruiken in het hiernamaals. Met powerpoint.
Georganiseerd door EOL i.s.m. NKV