De Harmonie
Oude Kijk in ’t Jatstraat 26
Dr. W Fritschy
(gepensioneerd hoofddocent Economische en Sociale Geschiedenis en bijzonder hoogleraar Geschiedenis Overheidsfinanciën, Vrije Universiteit Amsterdam)
Montuemhet, ‘vierde priester van Amon en burgemeester van Thebe’ in de eerste decennia van de 7e eeuw voor Christus, is vooral bekend van twee beroemde beelden, die in veel kunstgeschiedenis-boeken over het oude Egypte te vinden zijn. Hij leefde tijdens twee beroemde farao’s: koning Taharqa uit de 25e ‘Koesjitische’ Dynastie, die de eenheid van het oude Egypte herstelde, en de door Assyrië in het zadel geholpen Psamtik I van de 26e ‘Saïtische’ Dynastie, de laatste bloeiperiode van het oude Egypte. Hij maakte als burgemeester dus tevens de verwoesting van Thebe door de Assyriërs in de tussenliggende periode mee. Ondanks de allure van zijn beelden, was hij volgens zijn biograaf Leclant (1961) een man van niet meer dan locale betekenis. Maar hoe is dat te rijmen met bijvoorbeeld het reusachtige graf dat hij voor zichzelf kon laten bouwen, vlakbij de tempel van koningin Hatsjepsoet in Thebe? Zou een andere benadering van de vele door Leclant benutte bronnen die over Montuemhet bewaard zijn gebleven, in combinatie met de huidige stand van onze kennis over deze periode, niet tot een andere conclusie moeten leiden?